Apeldoorn heeft stadsdelen, wijken en buurten en dorpen en buurtschappen met hun eigen kenmerken en sfeer. Die diversiteit bepaalt mede de aantrekkelijkheid van onze gemeente voor inwoners, ondernemers en toeristen. In het stadhuis houden we rekening met die diversiteit. Dat doen we door inwoners te betrekken bij projecten, door de uitvoering en de dienstverlening dichtbij de inwoners te brengen - bijvoorbeeld met de Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning - en door de Vitaliteitsaanpak. Daarin worden de ervaringen en beelden van de inwoners samengebracht met de kennis en opgaves van de gemeente en andere professionals. De gesprekken voeden we met data op buurtniveau via de Gebiedsmonitor en de Buurtbelever. We spreken over wat er nodig is om de buurt, wijk of dorp in alle opzichten vitaal te houden, met daarbij een tijdshorizon van circa 10 jaar. Verder komt aan de orde welke ideeën en initiatieven er zijn en hoe deze zich verhouden tot de gemeentelijk plannen. Tot slot maken we afspraken over acties die nodig zijn en wie daarvoor verantwoordelijk is. Die leggen we vast in een vitaliteitsagenda.
PRESTATIE
1.3.1. In 2022 zetten we in op het meer, ook organisatorisch, met elkaar verbinden van de verschillende vormen van gebiedsgericht werken. |
We werken hard aan het met elkaar verbinden van de verschillende vormen van gebiedsgericht werken. Dat is nodig om te kunnen komen tot een optimale inzet voor de inwoners in onze buurten, wijken en dorpen. Zeker in de wat meer kwetsbare buurten. De samenwerking wordt gezocht en gevonden in het invulling geven aan de kaders die worden geboden door ‘Apeldoorn 2040’, de Omgevingsvisie en de kadernota Maatschappelijke Ontwikkeling. Daarbij draait het om de verbinding van het fysieke en het sociale domein, het richten op zowel ontwikkeling als op de bestaande stad, en het aanvullen van bestaande inzet en activiteiten met nieuwe ideeën en initiatieven zoals die bijvoorbeeld voortkomen uit het programma Comfortabele Gezinsstad en uit initiatieven van inwoners. De samenwerking met de woningcorporaties is hierbij intensiever dan voorheen. |